Aan de linkerzijde van het iPhoto-venster ziet u de bronlijst. Hier kunt u kiezen waarmee u wilt werken, zoals foto's, albums, diavoorstellingen en projecten (bijvoorbeeld fotoboeken, kaarten of kalenders).
U kunt de volgorde van onderdelen wijzigen binnen een gedeelte ('Bibliotheek', 'Recent', 'Albums', enzovoort) door ze naar de gewenste positie te slepen. De volgorde van de gedeelten zelf kunt u niet wijzigen.
Opmerking: De bronlijst is niet zichtbaar in de schermvullende weergave. U kunt echter wel alle gebeurtenissen, albums en andere onderdelen zien in de schermvullende weergave. Om de schermvullende weergave te sluiten zodat de bronlijst weer zichtbaar wordt, klikt u op de knop 'Schermvullend' in de knoppenbalk (als u werkt met Mac OS X versie 10.7 of hoger, plaatst u de aanwijzer boven in het scherm en klikt u op de knop voor de schermvullende weergave die in de rechterbovenhoek verschijnt).
Een map aanmaken in de bronlijst en onderdelen in de map plaatsen
Als u de fotobibliotheek verder wilt ordenen, kunt u mappen toevoegen aan de bronlijst. U kunt bijvoorbeeld een map aanmaken met de naam 'Vakanties' en hierin alle albums, projecten en diavoorstellingen met vakantiefoto's plaatsen. U kunt ook mappen naar andere mappen slepen om submappen aan te maken.
-
Kies 'Archief' > 'Nieuw' > 'Map'.
De nieuwe map verschijnt in de bronlijst, onder 'Albums'. De map krijgt automatisch een tijdelijke naam.
Typ een naam voor de map.
-
Sleep albums, diavoorstellingen, projecten zoals fotoboeken, kaarten en kalenders, of andere mappen naar de map die u zojuist hebt aangemaakt.
Het is niet mogelijk gebeurtenissen, gepubliceerde albums of afzonderlijke foto's naar een map te verplaatsen.
Onderdelen in een map worden altijd in groepen gesorteerd. Zo worden alle fotoboeken bij elkaar gezet, alle albums, enzovoort. U kunt de volgorde van onderdelen in een groep wijzigen (via slepen), maar dit is niet mogelijk voor de groepen zelf.
De grootte van symbolen en tekst wijzigen
Kies 'iPhoto' > 'Voorkeuren' en klik op 'Weergave'.
Kies een grootte uit het venstermenu 'Tekst in bronlijst'.
Het aantal foto's tonen of verbergen
U kunt het aantal foto's dat aan elk onderdeel is gekoppeld in de bronlijst tonen of verbergen. Het aantal foto's wordt rechts van het onderdeel tussen haakjes weergegeven.
Kies 'iPhoto' > 'Voorkeuren' en klik op 'Algemeen'.
Schakel het aankruisvak 'Toon aantal onderdelen' in of uit.
De naam van een onderdeel wijzigen
U kunt de naam van een map, album, diavoorstelling of project (zoals een fotoboek, kaart of kalender) altijd wijzigen.
Klik in de bronlijst dubbel op de naam van het onderdeel.
Typ een nieuwe naam.
Een onderdeel kopiëren
Als u verschillende versies van een map, album, diavoorstelling of project (zoals een fotoboek, kaart of kalender) wilt aanmaken, kunt u een duplicaat maken en dit een nieuwe naam geven.
Selecteer in de bronlijst het onderdeel dat u wilt kopiëren.
Kies 'Foto's' > 'Dupliceer'.
Klik dubbel op de naam van het nieuwe onderdeel en typ een nieuwe naam.
Onderdelen verwijderen uit de bronlijst
U kunt aangemaakte mappen, albums, diavoorstellingen en projecten (zoals een fotoboek, kaart of kalender) verwijderen. De foto's in het verwijderde onderdeel worden niet verwijderd uit de iPhoto-bibliotheek.
Selecteer de map, het album, het project of de diavoorstelling.
-
Voer een van de volgende handelingen uit:
Druk op de Delete-toets.
-
In de standaardweergave sleept u het onderdeel naar de prullenmand van iPhoto (onder 'Recent' in de bronlijst).
In de schermvullende weergave houdt u de Control-toets ingedrukt terwijl u op de foto klikt om het contextuele menu te openen. Klik vervolgens op het prullenmandsymbool.
Onderdelen blijven aanwezig in de prullenmand van iPhoto totdat u 'iPhoto' > 'Leeg iPhoto-prullenmand' kiest.
WAARSCHUWING: Als u de prullenmand van iPhoto hebt geleegd, kunt u verwijderde onderdelen niet meer terughalen, tenzij u Time Machine hebt gebruikt (een programma dat deel uitmaakt van Mac OS X) om een reservekopie van uw computer te maken.
Bij gebruik van iPhoto 9.1.4 of hoger en Mac OS X versie 10.7 of hoger: Om foto's terug te zetten, stopt u iPhoto, opent u de map met uw iPhoto-bibliotheek en opent u vervolgens Time Machine.
Bij gebruik van een oudere versie van iPhoto of Mac OS X: Om specifieke foto's of gebeurtenissen terug te zetten, opent u iPhoto en kiest u 'Archief' > 'Bekijk reservekopieën'. Om uw hele iPhoto-bibliotheek terug te zetten, stopt u iPhoto, opent u de map met uw iPhoto-bibliotheek en opent u vervolgens Time Machine.
U opent Time Machine door op het programmasymbool in het Dock te klikken of door op het Time Machine-symbool in de menubalk te klikken en vervolgens 'Activeer Time Machine' te kiezen.
Raadpleeg voor meer informatie over Time Machine de onderwerpen in Mac Help. Kies in de Finder 'Help' > 'Mac Help' en zoek naar "Time Machine".